Anders kijken en anders denken

Werk(t) geluk?

Geluk is een veel en steeds vaker gebezigde term in HR-kringen. Er is zelfs een week van het werkgeluk en tal van coaches en goeroes helpen de loonslaaf aan hun dagelijkse portie geluk. Maar moet je dat eigenlijk wel willen, gelukkig zijn op je werk?

‘Iedereen wil gelukkig zijn, ook op het werk.’ Zo luidt de eerste zin op de site van de week van het werkgeluk (die overigens eind september plaatsvond; pech: gemist). Ja, denk je, daar zit wel wat in. Totdat je er eens wat dieper over na gaat denken. Wat is gelukkig zijn eigenlijk? Zou je ook gelukkig kunnen zijn als je niet aan het werk bent? Misschien wel juist als je niet aan het werk bent? Niet voor niets hoor je vanaf woensdag op de radio al blijmoedige aankondigingen van het weekend (‘de week is alweer doormidden’) en vragen we collega’s op maandag belangstellend hoe hun weekend was. Doen we dat op zaterdag in de kroeg of op het voetbalveld ook (goh, hoe was je werkweek? Heb je lekker gewerkt? Was je gelukkig?).

De zin is ook nogal een drogredenering: iedereen wil gelukkig zijn. Ja, dank je de koekoek, we willen allemaal wel eens wat. Maar dat wil nog niet zeggen dat we dat ook allemaal maar moeten of kunnen realiseren. Je zou net zo goed kunnen zeggen: ‘Iedereen wil rijk zijn’, of ‘iedereen wil beroemd zijn.’ Nou, doe je best, zou ik zeggen. Succes ermee.

Baarmoederbegrip

Een tijdje terug had ik een gesprek met Harry Kunneman, die geluk een ‘baarmoederbegrip’ noemt. In het boekje Harry Kunneman: ‘Werken aan trage vragen’ zegt hij daar het volgende over: ‘De baarmoeder is de plek waar je gekoesterd wordt, waar je veilig bent, waar het eten vanzelf binnenkomt, waar je geen enkel risico loopt, waar je alleen maar aan het consumeren bent. En wat daar ontbreekt is precies teleurstelling, strijd, conflict, beperking en kwetsbaarheid. Maar daarmee ontbreekt ook ontwikkeling, ontdekking, nieuwsgierigheid, verbinding en leren. Je kunt in de baarmoeder heel gelukkig zijn, alleen je mist veel.’

Dat lijkt mij wel een rake beschrijving van het hedendaagse verlangen naar geluk: een pijnloos en risicoloos leven waarin je alles wat je hartje begeert op een presenteerblaadje aangereikt krijgt. En dat is natuurlijk een prachtig streven (dat willen we allemaal wel!), maar helaas zit het leven zo niet in elkaar. Er zijn teleurstellingen, er is strijd, conflict, en je krijgt lang niet altijd je zin. Dit geldt zeker ook op het werk, waar je te maken hebt met collega’s en bazen die ook zo hun wensen en verlangens hebben die soms strijdig zijn met die van jou.

Daar komt bij dat als je wat wil in het leven, bijvoorbeeld een goede baan of een mooi huis, je daar veelal moeite voor moet doen. Je moet uit die luie stoel komen (uit die veilige, beschermende baarmoeder) en je nek uitsteken. Je moet gaan studeren, initiatieven nemen, op een podium gaan staan, je collega’s een koekje van eigen deeg geven, je baas tegenspreken… Allemaal dingen die spannend zijn, die kunnen mislukken, die soms pijn doen en diep ongelukkig maken, maar die juist daarom ook waardevol kunnen zijn. Want het is vaak juist in het overwinnen van tegenslagen en weerstand dat we de meeste voldoening halen. 

Zelfgenoegzaamheid

Dat zou ervoor pleiten om een werkomgeving te creëren waarin mensen oké zijn, maar toch ook weer niet té gelukkig. Anders gezegd: geluk moet niet omslaan in zelfgenoegzaamheid. Een beetje strijd, een beetje conflict op de werkvloer is noodzakelijk om mensen uit te dagen nieuwe dingen te proberen en hun nek uit te steken. Het moet ook niet té gezellig worden. Gelukkig hoeven de meeste werkgevers daar dan weer niet al te veel moeite voor te doen: de meeste organisaties hebben meer weg van een strijdtoneel dan van een veilige baarmoeder.

Het huidige streven naar werkgeluk in veel organisaties (bijvoorbeeld door het aanstellen van een chief happiness officer) is dan ook eerder retorisch te duiden dan dat er ook daadwerkelijk iets aan gebeurt. Als halve marxist vermoed ik op mijn meest cynische dagen in dat streven zelfs een complot van werkgevers om ons nog harder te laten werken. Opium voor het volk, zeg maar, maar dan niet in de vorm van een belofte op een hiernamaals, maar op een beter leven in het hier en nu, dat wil zeggen in de kantoortuin van negen tot vijf. En waar je dan zo gelukkig bent, dat je er het liefst ook na de officiële werktijd nog volop mee bezig bent.  

‘Blije medewerkers bakken betere en lekkerder koekjes’, schreef ik zelf al eens, en dat geldt natuurlijk ook nog steeds. Maar soms ben je ook wel eens klaar met dat koekjes bakken, hoe blij je daar ook van wordt, en wil je gewoon de kroeg in met je vrienden en slap ouwehoeren over triathlon en muziek maken (of over iets anders, natuurlijk, net wat je gelukkig maakt).

Geluk hebben

Daarom denk ik ook wel eens (steeds vaker) dat het verlangen naar geluk op het werk ons juist ongelukkig maakt. Alles moet je gelukkig maken, zelfs je werk. En nogmaals: dat is een loffelijk streven, maar soms is het gewoon niet zo. Soms zit het tegen, lukt het niet, en soms moet je dingen doen waar je niet per se gelukkig van wordt, maar die wel moeten gebeuren. Denk je dat de vuilnisman gelukkig wordt van de hele dag vuilniszakken oppakken en in de vuilniswagen gooien? Het kan, en ik wens het hem van harte toe, maar ik vermoed dat het gros van de vuilnismannen dat geluk uit andere dingen haalt dan werk. En daar is niets mis mee.

Met andere woorden: je hebt geluk als je werk doet waar je ook nog eens gelukkig van wordt. Je krijgt er al voor betaald, maar je wordt er ook nog eens gelukkig van. Poeh, heb jij even geluk. Maar is dat niet zo, dan hoeft dat nog niet te betekenen dat je mis-lukt bent. Of dat je geen goede werknemer bent. Dan moet je gewoon zorgen dat je je geluk uit andere dingen haalt: je gezin, sport, een avondje stappen met vrienden. Het leven zit wat dat betreft vol geluksmomenten en -mogelijkheden.

In november verschijnt mijn nieuwe boek: De Organisatiefilosoof. Hierover geef ik lezingen en trainingen. Van 15 november tot 15 december ga ik on tour. Meer weten? Stuur een mail.

2 reacties

  1. LJ Lekkerkerk (Hans)

    Ben, weer een mooi stuk.
    Dit
    “… maar ik vermoed dat het gros van de vuilnismannen dat geluk uit andere dingen haalt dan werk.”
    lijkt me nader onderzoek waard. Ze zouden zich ook heel goed bewust kunnen zijn van het belang van hun werk voor de samenleving en (werk)geluk ontlenen aan hun bijdrage aan de schone en hygienische stad.
    Trouw heeft vandaag (16-10-’19) een mooi interview met Dirk De Wachter. De strekking: stop met streven naar geluk, accepteer dat lijden bij het leven hoort en doe iets voor een ander (daar word je meestal gelukkig van).

    • Ben Kuiken

      Dank je Hans,

      Ja, zou zeker interessant onderzoek zijn, hoewel er methodologisch allerlei haken en ogen aan zitten, lijkt mij zo. Maar daar heb jij veel meer verstand van dan ik.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2024 De Organisatiefilosoof

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑