De filosofie staat in het teken van de zoektocht naar dé waarheid. Maar in plaats van te zoeken naar waarheid, zouden we beter interessante alternatieven kunnen bedenken voor een betere toekomst, zeggen de Pragmatisten.
Wordt het nieuwe corona-virus veroorzaakt door 5G-straling?
Het lijkt een nogal onzinnige gedachte, die desalniettemin talloze mensen ertoe aanzet om zendmasten (die overigens nog helemaal geen 5G-signalen uitzenden, maar soit) in de fik te steken. Deze mensen worden weggezet als ‘gekkies’ die in een of andere achterlijke complottheorie zijn gaan geloven. Het interessante van complottheorieën is dat ze moeilijk te ontkennen zijn, want zodra je dat doet, dan zit je natuurlijk zelf ook in het complot, of ben je op z’n minst gehersenspoeld door de linkse media (of een andere duistere macht).
Zie je wel.
Maar zijn wij ‘normale’ mensen wel zo veel anders?
Veel mensen op de wereld geloven in een God. Er zijn er ook die geloven in de macht van het geld. De economie, die moet vooral weer op stoom komen. Sommigen geloven in aliens, in een leven na de dood, reïncarnatie, blauwe dwergen, liefde, een goed ontbijt, een appel per dag houdt de dokter bij je weg, werken maakt gelukkig…
Kortom: er valt nogal wat te geloven. En dat is maar goed ook. Want het maakt ons mensen tot wie we zijn: wij zijn dieren die ergens in kunnen geloven, ook al is dat niet zichtbaar of tastbaar. Het heeft ons, lezen we in Sapiens van Harari, zeer succesvol gemaakt. Want door ergens in te geloven, bijvoorbeeld in volk en vaderland, kunnen we enorm goed samenwerken met andere mensen die we niet eens kennen en met wie we ook geen familiale band hebben. Bijvoorbeeld in grote organisaties, zoals Peugeot of de katholieke kerk.
Hartstikke handig, zo’n geloof.
Maar daar wordt het ook meteen ingewikkeld. Als we ergens in geloven, dan denken we dat het waar is. Dé waarheid, zelfs. Als we daar vervolgens naar gaan handelen, kan het pas echt vervelend worden. Dan steken we zendmasten in de fik, of offeren we ons leven op voor volk en vaderland. Dat is toch allemaal niet zo grappig meer.
Een van de belangrijkste projecten van de filosofie sinds Plato is de zoektocht naar dé waarheid. Met zijn grot-allegorie wilde hij ons laten zien dat de werkelijkheid zoals wij die waarnemen slechts een zwakke afbeelding is van het ware, de ideeën. Sindsdien strijden we voortdurend met elkaar over wat waar is en wat niet: het ware geloof, fake news, de ongemakkelijke waarheid, leugentjes (om bestwil)…
De filosofen van het (Amerikaanse) pragmatisme vonden deze zoektocht naar dé waarheid niet zo interessant, en zelfs tamelijk onzinnig. De werkelijkheid was volgens hen veel te divers en te veranderlijk om in één beschrijving te kunnen vatten. Voor hen was de waarheid een proces: ‘truth is what happens to an idea’. En veel interessanter en waardevoller dan te proberen een adequate beschrijving van de werkelijkheid op dit moment te geven (een soort vivisectie in hun ogen, want die werkelijkheid bestaat niet meer), is het om een beschrijving te geven die bruikbaar is voor de toekomst.
Alternatieven bedenken voor de toekomst
Pragmatisten, zo schrijft Richard Rorty in een essay uit 1994, ‘Truth without correspondence to reality’, realiseren zich maar al te goed dat deze manier van denken de kans op het verkrijgen van echte zekerheid onwaarschijnlijk maakt. ‘Maar ze denken dat de zoektocht naar zekerheid… [slechts] een poging is om te ontsnappen aan de wereld.’ In plaats van ons zorgen te maken over of wat we geloven wel goed genoeg gefundeerd is, schrijft Rorty, zouden we ons beter zorgen kunnen maken of we wel voldoende verbeeldingskracht hebben om interessante alternatieven te bedenken voor de toekomst.
Dat lijkt me, zeker in deze onzekere corona-tijden, een waardevolle oproep: kunnen we deze crisis gebruiken om een nieuwe, betere toekomst te dromen?
Vond je dit artikel interessant? Wil je meer weten over Organisatiefilosofie? Schrijf je dan in voor de Leergang Organisatiefilosofie in het najaar. Klik voor meer informatie
Geef een reactie