Ik merk het bij mezelf, ik hoor het om me heen: we zijn een beetje schermmoe. Wat is eraan te doen? En hoe kijkt de organisatiefilosoof hier tegenaan?

‘Het zijn niet de dingen zelf die ons verwarren, maar onze denkbeelden daarover.’ Deze uitspraak, van de Stoïcijnse filosoof Epictetus, is het motto van het boek De Organisatiefilosoof en ook het motto waarmee ik in het leven probeer te staan. Dat valt niet altijd mee. Een filosoof is tenslotte ook maar een mens en heeft dus ook regelmatig denkbeelden die hem of haar verwarren.

We maken ons zorgen

De corona-crisis biedt daar natuurlijk veel gelegenheid voor. Net als veel andere mensen maak ook ik mij zorgen over (in willekeurige volgorde): de gezondheid van mijn dierbaren, of ik nu en straks nog werk heb, de armoede die de economische crisis veroorzaakt, het al dan niet doorgaan van bijeenkomsten, wanneer mogen we eindelijk weer terug naar normaal?, redden de ziekenhuizen het?, de Brexit, de Amerikaanse verkiezingen, hoe kom ik over op het scherm, kan ik blijven schaatsen?, de toenemende agressie richting journalisten, politici en handhavers…

De onzekerheid knaagt aan ons. We willen graag duidelijkheid: hoe lang gaat het nog duren? En we zijn allemaal ontzettend moe. Moe van de voortdurende aanpassingen. Moe van de spanning. En ook moe van dat scherm. Schermmoe.

Wees blij, zegt de positivo

En dan kun je wel zeggen dat dat scherm ook hartstikke handig is. Gelukkig hebben we tegenwoordig internet, en zoom. Wees blij. Daardoor kunnen we in elk geval nog contact met elkaar hebben, elkaar zien, en elkaar een hart onder de riem steken. En hé, dat videobellen heeft ook zo zijn voordelen. Je hoeft bijvoorbeeld niet meer de deur uit voor een afspraak, dat scheelt enorm veel tijd. Je staat niet meer elke dag in de file of in een bomvolle trein. Het is bovendien makkelijker om iedereen aan ‘tafel’ te krijgen en je kunt zelfs iemand uit het buitenland even ‘invliegen’.

En, als je het goed gebruikt, kan zoom (of een andere tool) zelfs iets toevoegen aan je dagelijkse werkroutines. Zo zijn wij laatst in een traject de ochtend gestart met scherm-yoga, hebben we al een keer zoom-tikkertje gespeeld en kun je heel gemakkelijk toevallige ontmoetingen (kampvuurgesprekken) organiseren tussen willekeurige medewerkers. Je kunt mini-enquêtes houden, gesprekken hebben die nergens over gaan, mini-colleges van professoren, schrijvers of kunstenaars (of organisatiefilosofen)…

De tip zou dan ook zijn: wees creatief, en ga niet wat op kantoor al saai was vertalen naar online, want daar wordt het allemaal niet leuker van.   

Helpt het ons uit de dip?

Dat is allemaal belangrijk en waardevol, maar helpt het ons ook uit de dip?

Als organisatiefilosoof probeer ik (naast het bedenken van zoveel mogelijk ideeën) ook anders te denken, anders te kijken en anders te praten over de problemen die keer op keer de kop opsteken. Je zou dan bijvoorbeeld eens anders kunnen kijken naar werk, en de betekenis daarvan in ons leven. Is werk inderdaad zo belangrijk geworden dat het koste wat kost door moet gaan, ook al zitten we in de grootste crisis van deze eeuw? Is het niet ook belangrijk om te reflecteren op wat er allemaal gebeurt, en wat dat met je doet? En dat als je daar niet voldoende de ruimte en tijd voor neemt, het eigenlijk ook niet zo gek is dat je een beetje moe bent. Moe van alles. En vooral ook schermmoe.

Laten we elkaar dat gunnen: de ruimte om te verwerken. En de ruimte om dat scherm wat vaker op zwart te laten. Of, zoals Doe Maar ooit zong: ‘Er zit een knop op die tv. Die helpt je zo uit de puree.’