Woorden doen ertoe. Ze creëren een wereld van betekenis en maken dat we zus denken en niet zo. Als organisatiefilosoof let ik daarom altijd goed op de woorden die mensen in de organisatie gebruiken.

Hij was het helemaal zat. Al die mooie praatjes over zelforganisatie, maar er kwam nooit iets van terecht. “Dan word je weer opgetrommeld door zo’n directieteam om een verhaal te vertellen over zelforganisatie en hoe ik er tegenaan kijk. Maar ondertussen gaan ze gewoon door met directief leiding geven, en vertellen ze hun medewerkers tot in detail wat ze moeten doen…” 

Hij gaat nog even door met zijn tirade, en ik wacht geduldig af. Als hij klaar is, vraag ik hem: “Je gebruikt het woord ‘opgetrommeld’. Welke beelden heb je daar bij?” Hij kijkt me vreemd aan, waarop ik vervolg: “Ik stel me dan een rijtje trommelaars voor die heel hard op een trommel slaan. En ja hoor, wie komt daar weer opdraven?” De ondernemer begint te lachen. Ik zeg: “Waarom doe je dat eigenlijk? Waarom laat je je optrommelen? Kun je je voorstellen dat de manier waarop je ernaar kijkt, en de beelden die je gebruikt, bijdragen aan je eigen frustratie?”

Let op je woorden

Als organisatiefilosoof let ik veel op woorden. Welke woorden gebruikt iemand om zijn of haar situatie te beschrijven? En zit daar wellicht een haakje om ruimte te creëren in het denken? Zo’n woord als ‘opgetrommeld’ is dan een cadeautje, want het is lekker beeldend. Je ziet het meteen voor je: een paar trommelaars op een rijtje die heel hard aan het trommelen zijn. Toch heeft degene die het woord gebruikt die associatie vaak niet. Hij gebruikt het zoals we taal meestal gebruiken: zonder er al te veel bij na te denken. En dat is meestal helemaal prima. Totdat je er last van krijgt, en de beeldspraak die je gebruikt een eigen leven gaat leiden. Dan zou een ander woord je wellicht meer ruimte en tevredenheid kunnen bieden. Ruimte om anders te denken.

Woorden lijken zo onschuldig, maar dat is slechts schijn. Woorden creëren hele werelden en zetten ons vast in ons denken en doen. Daarom doet het ertoe wat je zegt, en hoe je het zegt. Intonatie, gezichtsuitdrukking, wie het zegt, op welk moment, waar: het is allemaal van invloed op hoe het overkomt, maar vooral ook op je eigen denken. Daarom moet je goed op je woorden letten, en ook die van anderen, want ze vertellen je iets over hoe jij en anderen denken.

Achteloos een woord gebruiken

“Kun je dat leren?”, vraagt een deelnemer aan de Leergang Organisatiefilosofie. “Ja, natuurlijk,” zeg ik, “daarom zitten we hier.” Even later vertelt iemand een verhaal over commitment, en het gebrek daaraan in haar organisatie. Ik vraag: “Wat versta je daar eigenlijk onder, commitment? En verstaan je collega’s daar hetzelfde onder?” Zo komt er een gesprek op gang. Dat gesprek zou je ook in de organisatie kunnen voeren. Gewoon om te ontdekken of jullie het wel over hetzelfde hebben als jullie achteloos een woord als ‘commitment’ gebruiken. Het gaat er dan niet om dé betekenis van het woord ‘commitment’ te achterhalen, maar meer om de rijkheid van taal te erkennen en met elkaar betekenis te creëren.

Dat gesprek zou je organisatiefilosofie kunnen noemen. Maar ook dat is maar een woord. Wat versta jij eigenlijk onder organisatiefilosofie? Welke beelden roept dat bij jou op? 

Denk daar maar eens over na.

Ook leren filosoferen?

Op 1 februari start er weer een 3-daagse Leergang Organisatiefilosofie in Spier, in samenwerking met Plato Academie. Er is nog een beperkt aantal plekken beschikbaar. Meer informatie vind je hier.

Of kies voor de 8-daagse Leergang Organisatiefilosofie in Drakenburg in Baarn. In sessies van 4×2 dagen gaan we echt de ‘filosofische’ diepte in, inclusief organisatiekunst, geweld van organisatie en meer. Deze Leergang start op 16 maart en ook hier is nog een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Meer informatie.