Wat gebeurt er in je hoofd en lijf als je een beslissing neemt? Volgens de Franse filosoof Deleuze schieten er dan duizenden percepties en neigingen door het weefsel van je ziel, die haar in alle richtingen vouwen.

Vorige keer schreef ik dat je pas weet of een beslissing de juiste is nadat je hem hebt gemaakt en verwondert over wat er gebeurt. Het leven wordt tenslotte voorwaarts geleefd, maar achterwaarts begrepen, zoals een bekende uitspraak van de Deense filosoof Kierkegaard luidt. 

Maar de Franse filosoof Gilles Deleuze maakt het allemaal nog wat complexer.

Dat is trouwens een goede eigenschap van filosofen: dat ze de dingen vaak complexer maken dan ze op het eerste oog lijken. Daardoor doen ze de complexiteit van de werkelijkheid meer recht.

Maar Deleuze dus. In het laatste jaar dat hij college gaf aan de Parijse universiteit Vincennes-St. Denis, legde Deleuze zijn studenten een keuzesituatie voor van Leibniz dat hij ‘A la Taverne’ noemde (luister hier naar het college en lees het transcript). 

Stel je voor: je collega’s komen aan het einde van de dag naar je bureau en vragen of je meegaat naar de kroeg. Dat lijkt je heel leuk, maar je bent net lekker bezig met een beleidsstuk dat volgende week af moet. Dus wat doe je?

Wat wij doorgaans doen met dergelijke keuzes, is dat we ze op een weegschaal leggen: welke heeft het meest gewicht? Maar, zegt Deleuze, dat is een volstrekt versimpeling van wat er werkelijk gebeurt. Want terwijl we erover nadenken wat we zullen doen, schieten er duizenden en duizenden kleine percepties en neigingen door ‘het weefsel van onze ziel’: 

  • de zin in een biertje;
  • de geur van het café;
  • het verlangen om met collega’s de week door te nemen;
  • gaat die ene leuke collega van marketing ook mee?
  • wat zou het fijn zijn als dat stuk eindelijk af is!
  • de gedachte aan de rust als iedereen weg is.

Enzovoorts, enzovoorts. 

En het wordt nog ingewikkelder dan dat. Want stel je voor dat je ervoor kiest om nog even door te werken aan dat stuk. Maar het werk schiet niet echt op en je denkt aan je collega’s in de kroeg die vast een leuke tijd met elkaar hebben. Dus dan sta je voor dezelfde keuze: ga ik naar de kroeg, of werk ik door? 

Althans, het lijkt dezelfde keuze, maar dat is het niet.

Waarom niet?

Omdat er in de tussentijd duizenden en duizenden kleine percepties en neigingen door het weefsel van onze ziel zijn geschoten die ons hebben gevormd tot wie we nu zijn. We zijn daardoor een andere persoon dan een half uur geleden.

Bonusvraag: als we voortdurend veranderen, kunnen we onszelf dan wel kennen? En wie is dan die zelf die we zouden moeten kennen?

Denk daar maar eens over na, vanmiddag met je collega’s tijdens de vrijmibo.

PS Wil je zelf ook leren denken als een filosoof? Op 19 september start er weer een leergang organisatiefilosofie. Vraag hier de brochure aan.

PPS Wil je elke week een filosofische tip in je mailbox? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.