Er lijkt een steeds grotere behoefte te bestaan aan reflectie op het eigen handelen en denken, mijmerde ik naar aanleiding van een aantal sessies die ik mocht begeleiden. Of is begeleiden eigenlijk het woord niet?

De afgelopen weken heb ik een aantal MT’s mogen begeleiden in hun zoektocht naar (nieuw) organiseren in complexe tijden. Wat is jouw rol daarin, als leidinggevende, maar ook als mens? Wat drijft je, en welke bijdrage wil en kun je leveren aan het grotere geheel (de organisatie, een betere wereld)? Hoe zorg je ervoor dat de mensen in de organisatie hun werk goed kunnen doen? Wat is eigenlijk je werk goed doen? Hebben we daar wel dezelfde beelden bij?

Geen programma

Het waren steeds hele open gesprekken, waarbij we voortdurend heen en weer pendelden tussen theorie en praktijk, tussen het ik en het grotere geheel, tussen reflectie op het eigen handelen en denken en hoe dat in de organisatiewerkelijkheid zou kunnen uitwerken. Er werden mogelijkheden verkend, radicale ideeën geopperd (en soms omarmd, soms verworpen), er was ruimte voor twijfel, voor humor, voor zelfspot…

Ik zeg ‘begeleiden’, maar eigenlijk was mijn bijdrage vrij minimaal. Ik had geen programma, bijvoorbeeld, of een vooropgezet plan voor hoe het gesprek zou moeten lopen en welke onderwerpen we in elk geval zouden moeten behandelen. Ik presenteerde niets, had geen slides, geen theorie. Ik wist vooraf zelfs nauwelijks wie er aan tafel zouden zitten. Ik begon met een vraag en liet het gesprek verder ontstaan uit wat zich aandiende. En juist daardoor (denk ik achteraf) kon er een echt gesprek ontstaan, een gesprek tussen mensen, los van alle vooringenomenheid en aannames die de meeste gesprekken in organisaties kenmerken.

Ruimte voor reflectie

Natuurlijk is dat laatste een aanname. Je kunt je bijvoorbeeld afvragen of je überhaupt los kunt komen van je aannames, of dat die altijd een rol spelen. Het zou interessant zijn om dat verder te onderzoeken, bijvoorbeeld in het promotieonderzoek waar ik mee bezig ben. Maar vooralsnog constateer ik dat mijn gesprekspartners tijdens deze sessies meerdere keren hebben aangegeven hoe plezierig en waardevol ze deze gesprekken vonden. Kennelijk is er in organisaties behoefte aan ruimte voor reflectie op het eigen handelen en het eigen en groepsdenken daarover, ruimte die in de drukte van alledag vaak nauwelijks wordt genomen.