Dezer dagen gaat het veel over troost, als medicijn tegen onzekere en sombere tijden. Wat heeft de filosofie aan troost te bieden?

Paul Haenen en De Wereld Draait Door hebben de handen ineengeslagen en brengen in de nacht Troost-tv. Een mooi initiatief, waarbij opvalt dat er in de programmering een groot verlangen naar het verleden spreekt. Vroeger was geluk nog heel gewoon; toen konden we nog gewoon de straat op, de kroeg in, met vrienden eten, zoenen… Ooit zal dat wel weer kunnen, en het grote geluk van deze periode van onthouding is dat we er dan weer volop van gaan genieten. Het is niet meer zo vanzelfsprekend als het ooit was.

Filosofie bij geldzorgen

Ik moest bij de titel van het programma denken aan een boek van Alain de Botton, De troost van de filosofie. In dat boek beschrijft de ‘rock-‘n-roll’-filosoof hoe filosofie ons kan helpen bij tal van problemen, zoals daar zijn: impopulariteit, geldzorgen, frustratie, onmacht en liefdesverdriet. Dat lijkt me nou zo’n boek dat je prima kunt lezen in deze tijd.

Bij geldzorgen zou je bijvoorbeeld eens te rade kunnen gaan bij de Griekse filosoof Epicurus. Geld maakt niet gelukkig, zo weten we allemaal. Tenzij je het niet hebt natuurlijk, dan kun je er behoorlijk stress van hebben. En toch kunnen mensen het idee krijgen dat als ze maar eenmaal heel veel geld verdienen of de Staatsloterij winnen, ze pas echt gelukkig kunnen zijn. Want dan kunnen ze dat grote huis kopen, drie keer per jaar op vakantie gaan, die nieuwe auto aanschaffen, of die grote televisie. ‘Voor Epicurus was het de taak van de filosofie om onze vage gevoelens van angst en lust te duiden,’ schrijft De Botton, ‘en ons zodoende te behoeden voor onjuiste ideeën hoe we gelukkig kunnen worden.’ Voor de filosoof kwam geluk vooral voort uit:

1. Vriendschap

We bestaan pas als iemand anders ons ziet bestaan, wat we zeggen krijgt pas betekenis als iemand anders het hoort; met vrienden om ons heen wordt onze identiteit voortdurend bevestigd en kunnen we pas echt onszelf zijn.

2. Vrijheid

Epicurus en zijn vrienden wilden niet werken voor een baas die ze vertelde wat ze moesten doen. Daarom kozen ze voor een eenvoudig leven in een commune, waarbij ze hun eigen groenten verbouwden en grotendeels zelfvoorzienend waren.

3. Reflectie

Reflectie, bijvoorbeeld, ofwel goed nadenken, is een geweldige remedie tegen angst, vond Epicurus, omdat het ons helpt de ware aard van het probleem te leren kennen en enigszins te relativeren. Het kalmeert de geest.

De kunst van het leven

Het aardige van de filosofie en filosofen is dat ze het zelden met elkaar eens zijn. Dat komt omdat je de werkelijkheid altijd óók op een andere manier kunt beschouwen. Zo had de Franse filosoof Michel de Montaigne het niet zo op dat denkvermogen van ons, want het maakte ons alleen maar ongelukkig en onrustig. Enigszins jaloers kon hij naar dieren en ‘eenvoudige vrouwtjes’ kijken, die ‘in hun dorpen een gelijkmatiger, aangenamer en bestendiger leven’ leiden dan hij, de grote filosoof met een uitgebreide bibliotheek.

De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche maakte het zelfs nog bonter. Hij stelde dat het lijden ons tot betere, creatievere mensen zou maken, en hij wenste zijn vrienden dan ook ‘lijden, ellende, ziekte, mishandeling, vernedering toe:

 “…ik wens dat hun diepe zelfverachting, de kwelling van faalangst, de vloek van de verslagene niet bespaard zal blijven.”

Niet heel aardig, zo lijkt het, maar Nietzsche was ervan overtuigd dat alle grote werken, bijvoorbeeld in de kunst, niet moeiteloos tot stand kunnen komen, maar altijd gepaard gaan met mislukkingen, frustratie, vernedering, spot en pijn. Mits de kunstenaar zijn lijden maar weet om te zetten in iets positiefs. Nietzsche putte daarbij uit diezelfde Montaigne, die stelde dat de kunst van het leven eruit bestaat je voordeel te doen met tegenslagen:

“Waaraan je niet kunt ontkomen, moet je leren verdragen. Evenals uit de tegenstellingen opgebouwde kosmische harmonie is ook ons leven opgebouwd uit verschillende tonen: zoute en rauwe, hoge en lage, zachte en luide. Wat zou een musicus die alleen van de ene soort hield nog ten gehore willen brengen? Hij moet in staat zijn ze allemaal te gebruiken en te mengen. En dat moeten wij ook met de goede en de kwalijke dingen. Die beide tot het wezen van ons leven behoren.”

Dat lijkt mij wel een troostrijke gedachte.

Ps: ook de Romeinse filosoof en politicus Boëthius zocht en vond troost in de filosofie toen hij in de cel zat in afwachting van de uitvoering van zijn terdoodveroordeling in 524 n.C. Vorig jaar maakte dichter en classicus Piet Gerbrandy een nieuwe vertaling van dit in de Middeleeuwen veel gelezen boek.